Gedaante, kwaliteit en opbrengst hennep niet relevant bij sluiting en ontruiming woning

De politie valt een woning binnen en treft een hoeveelheid van 115 gram hennep aan. Volgens de huurder betreft het oude hennep waarvan hij niet meer wist dat hij deze in zijn bezit had. Ook is het volgens slechts een geringe hoeveelheid en was het bedoeld voor eigen gebruik. De burgemeester sluit de woning op grond van de vondst van deze hennep en bijkomende omstandigheden. De corporatie ontbindt de huurovereenkomst vanwege de sluiting door de burgemeester. De huurder maakt zonder succes bezwaar tegen de sluiting en voert verweer tegen de aanstaande ontruiming door de corporatie. De omstandigheden en overwegingen door het hof maken deze zaak bijzonder en laat nogmaals zien dat huurders in dit soort zaken weinig kans maken een ontruiming te voorkomen.

De Aanwijzing Opiumwet
Het hof oordeelt in de uitspraak van 14 augustus 2018 dat de burgemeester het besluit tot sluiting van de woning met name heeft gebaseerd op de 115 gram hennep die de politie heeft aangetroffen in de woning van de huurder. Dat het hier volgens de huurder zou gaan om oude, verkleurde, en daardoor onbruikbare, softdrugs, doet niets af aan het besluit tot sluiting. In de Aanwijzing Opiumwet is in paragraaf 3.2.1 opgenomen dat bij een hoeveelheid van vijf planten of minder in beginsel wordt aangenomen dat geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt en dat deze situatie gelijk wordt behandeld als de situatie waarin wordt geconstateerd dat sprake is van een geringe hoeveelheid (maximaal 5 gram), bestemd voor eigen gebruik. In dit geval is de hennep niet aangetroffen in de vorm van planten waardoor het ‘grammen’- criterium geen stand houdt. De opbrengst van de planten is niet relevant nu het gedoogbeleid uit de Opiumwet duidelijk toeziet op de aanwezigheid van planten voor de bepaling van de aard van de teelt. Volgens de huurder moet wat voor planten geldt, ook voor de opbrengst gelden. Die opvatting vindt volgens het hof geen steun in de Aanwijzing Opiumwet; deze kwestie is, zoals de kantonrechter heeft overwogen, aan de bestuursrechter. Dit betekent dat de hoeveelheid hennep die bij de huurder is aangetroffen ruimschoots de hoeveelheid overtreft die binnen de grenzen van het gehanteerde gedoogbeleid valt.

Belangenafweging
Het Hof is van mening dat steekhoudende argumenten om de huurder zijn woning te laten behouden, ontbreken. Het is duidelijk dat huurder er belang bij heeft de woning die hij 35 jaar geleden betrok, niet te verliezen. Volgens de rechter zijn er geen omstandigheden naar voren gebracht die meebrengen dat hij voor zijn huisvesting met name op deze woning zou zijn aangewezen. Het reizen van slaapplaats naar slaapplaats wordt als onvoldoende zwaar wegend belang beschouwd door het Hof om het sluiten van de woning en de daarop volgende ontruiming anders te beoordelen. Over zijn huidige, concrete leefomstandigheden heeft de huurder onvoldoende naar voren gebracht om hiermee de rechter op een ander idee te brengen. Het feit dat het lastig zal zijn vervangende huisvesting te verwerven wordt niet als een onoverkomelijk feit gezien. Volgens de huurder heeft de verhuurder haar eigen belangen in algemene termen verwoord, maar ook als dat zo is betekent dat volgens het hof nog steeds dat die belangen reëel zijn.

Positie verhuurder
De verhuurder heeft er alle belang bij om, na sluiting van de woning door de burgemeester, zo snel mogelijk een andere huurder te vinden aan wie de woning verhuurd kan worden. Tot slot verwoordt het Hof bij de genoemde belangenafweging dat de verhuurder er tevens belang bij heeft een nieuwe huurder te vinden waarbij een aanzienlijk lager risico wordt gelopen op herhaling.
Ook de geloofwaardigheid van het beleid van een corporatie op dit terrein, door een consistente en consequente toepassing daarvan, is volgens het hof een in dit verband te respecteren belang.

Mocht u vragen hebben over deze zaak of advies wensen in een vergelijkbare zaak, kunt u met mij contact opnemen.

Bart Poort, september 2018  

Een column van Bart Poort, advocaat-partner bij Weebers Vastgoed Advocaten en mede oprichter van het online kennis platform corporatierecht.nl. Bart Poort werkt voor diverse corporaties en commerciële vastgoed partijen. Daarbij heeft hij onder meer zich bezig gehouden met complexe overlastzaken, zaken op het gebied van woonbegeleiding, renovatie en gebreken, bijzondere contractvormen, executiegeschillen, hennep en woonfraude alsmede de huurrecht gerelateerde wet- en regelgeving. Ook adviseert hij commerciële vastgoed partijen bij huurrechtelijke zaken.

Contactpersonen: